De anekdotische methode wordt zowel in de kunst als in de wetenschap sceptisch bekeken omdat het leidt tot drogredenen en makkelijke generalisaties. Eén geïsoleerd bewijs staat haaks op de wetenschappelijke methode die in de breedte onderzoekt; het is niet omdat uw vogel een parkiet is dat alle vogels parkieten zijn. In de kunst staat anekdotiek voor navelstaren, voor de verheerlijking van de eigen beleving wat het tegenovergestelde is van universaliteit of de mogelijkheid abstractie te maken van iets waardoor het ene voor het andere kan staan of de zuivere vorm volstaat om al het primaire te overstijgen. Poëzie, muziek en abstracte kunst spreken ons aan in onze diepst gewortelde en geërodeerde emoties die niet langer refereren aan het specifieke maar aan het algemene, het is de taal die we voelen maar niet begrijpen.
Er is wellicht geen kunstenaar die zich meer bedient van de anekdotische methode dan John van Oers. Kleine en grote autobiografische gebeurtenissen zijn telkens weer de aanleiding voor beeldende verwerking. Getekende dagboekfragmenten worden een storyboard voor sculpturen die onpretentieus en vederlicht lijken. Maar wat we zien zijn geen narratieve vertellingen of familiekronieken; de aanleidingen van deze werken liggen cryptisch verborgen onder fel vereenvoudigde vormen in zuivere materialen zoals hout, metaal, gips of brons. John Van Oers vertelt niet, hij suggereert en daarin schuilt de magische overgang
van het strikt anekdotische naar vormen die we allemaal voelen maar niet begrijpen.
Voor de Installatie bij Gallery De Wael in Antwerpen in 2019 gebruikte John Van Oers de 13 meter lange tentoonstellingswand als tijdslijn van zijn eigen geschiedenis. 11 tijdssegmenten verdelen de wand in periodes van 5 jaar en bestrijken zo 55 jaar. Hij vertrekt in 1965 wanneer zijn oudere broer wordt geboren en eindigt in 2020 met een verwijzing naar de Brexit saga. Daartussen een bonte verzameling van futiele en gewichtige momenten uit het leven van John Van Oers uitgedrukt in sculpturen, tekeningen en interventies op de muur zelf. Van Oers kiest voor een rigide structuur, een wiskundige orde bestaande uit subjectief gekozen momenten. Hier gaat de anekdotische methode over in een empirische benadering die vertrekt van de eigen waarneming (op zichzelf) om het algemene te onderzoeken. Zo worden de gesuggereerde anekdotes gestileerde, zelfs geabstraheerde hypothesen. Op deze muur projecteert John Van Oers de oervorm van een leven, zoals de platte grond van elke stad tegelijk vergelijkbaar en toch uniek is.
(Bert Dankaert, september 2019)
John van Oers (1967) woont en werkt in Antwerpen, hij studeerde in in 1993 af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Naast vele projecten in de openbare ruimte een selectie van tentoonstellingen: Galerie Rossi contemporary in Brussel 2021, Galerie de Waal 15, Antwerpen 2019, PARK, Tilburg 2018.